Frozen

19 februari 2017 - Linköping, Zweden

Vergeet wat ik de vorige keer schreef over het ontbreken van ijs hier, het is fantastisch! Ik had net mijn blog online gezet, toen ik ging schaatsen, op de ijsbaan. Daar ontmoetten Charlie en ik een man en we raakten aan de praat over natuurijs. Toen wij vertelden dat we zo teleurgesteld waren dat het zo warm was, vertelde hij dat dit jaar één van de beste schaatsjaren ooit is, vanwege het ontbreken van sneeuw. Ik snap niet hoe het ijs heeft kunnen groeien, want het was nog niet echt heel koud geweest, maar het ijs is ruim voldoende centimeters dik. Dus nu schaats ik zoveel als ik kan!

Misschien wil je helemaal niets horen over ijs of schaatsen, maar ik ga er toch over vertellen. Ik ben namelijk bevangen door de schaatskoorts. Dat is een vreselijk virus dat de kop op steekt zodra de temperaturen onder het vriespunt dalen. In de ergste gevallen begint het zelfs al zodra de weersverwachting een kans op vorst aangeeft. De symptomen zijn: (voortdurend) denken aan schaatsen, dromen over schaatsen, schaatsen slijpen en alle benodigdheden voor een ‘grote tocht’ binnen handbereik leggen. Eventuele andere activiteiten worden geclassificeerd als ondergeschikt en rondom het schaatsen georganiseerd.

Schaatskoorts is besmettelijk. Ik moet dan ook bekennen dat ik inmiddels meerdere mensen heb aangestoken. Mijn klasgenoten zijn over het algemeen behoorlijk immuun. Hoe enthousiast ik ook vertel en hoeveel fantastische foto’s ik ook laat zien, ik heb alleen Charlie en Veronika zover gekregen dat ze met me meegaan. 

Schaatsen

Maar gelukkig is dat bij de jongerengroep van de kerk anders. Vorige week waren we met tien man op het meer! Zelfs father Ronjo, de pastoor, was erbij en hij had nog nooit geschaatst. Aanvankelijk had hij zijn twijfels: “Ik moet nog dopen vanmiddag. Ik weet niet of dit wel verstandig is.” Maar twee uur later was het: “Ik ga mijn eigen schaatsen kopen! Morgen ga ik weer!” Zo snel kan het gaan…

Schaatsen SNSG  Schaatsen SNSG  Schaatsen SNSG

Schaatsen op natuurijs gaat hier in Zweden net iets anders dan in Nederland. In Nederland wordt de kwaliteit van het ijs namelijk strikt gecontroleerd en worden er tochten uitgezet zodra het kan. Hier is het schaatsen op eigen risico, dus moet je wat extra veiligheidsmaatregelen nemen. Als ik ga schaatsen, ga ik niet alleen een meer op, maar altijd met iemand anders. Bovendien heb ik ijshaken om mijn nek hangen. Als ik dan in een wak rijdt en onder het ijs terechtkom, kan ik mezelf met die haken aan het ijs voorttrekken tot ik weer boven water ben. Ik heb ook een ‘lifeline’ om, een lange lijn met handvatten, zodat ik iemand anders die kan toewerpen en uit een wak kan trekken zonder er zelf ook in terecht te komen. Het voelt heel stoer om met al die spullen op weg te gaan en zonder die ijscontrole is het ook best spannend!

IJshaken en Lifeline

De eerste keer zijn Charlie en ik naar een wat kleiner en ondiep meertje gegaan om het ijs te testen. Sindsdien durven we ook het grote meer op en met het grote meer bedoel ik Roxen, iets ten noorden van Linköping met een oppervlakte van bijna 100 km2. Dit meer is echt een walhalla! En het is heel educatief. We zijn ontdekkend aan het leren en elke keer leren we weer wat nieuws, dus het past ook prima in ons outdoor-educationprogramma. Zo hebben we ervaren dat de condities heel snel kunnen veranderen. De eerste dag was het ijs perfect: het hele meer was zo glad als een spiegel en je kon elke richting op die je wilde. Daarna ging het sneeuwen en dat maakt alles wat moeilijker. Ik had namelijk verwacht dat die sneeuw als een laagje op het ijs zou liggen en dat je er gewoon doorheen kon schaatsen, maar op de een of andere manier vormt het één laag met het ijs eronder en is glijden echt onmogelijk. Je kunt er wel op klunen (dan zak je een paar centimeter weg in de laag sneeuw-ijs), maar dat kun je toch geen schaatsen noemen. Een dag later waaide het echter hard en had de wind veel sneeuw weggeblazen. Toen kon je weer prima schaatsen, hoewel er veel stukken waren waar nog wel sneeuw-ijs lag en het daardoor een doolhof was op het meer. Bovendien zorgde de wind voor een gevoelstemperatuur van -14 en was het hard werken tegen de wind in, terwijl je vloog als je de andere kant op ging. Een week later scheen de zon en hebben we onze jassen maar uitgedaan, zo warm was het!

Schaatsen  Schaatsen

Schaatsen  Schaatsen

Schaatsen  Schaatsen

Schaatsen

Gelukkig onderhoudt de plaatselijke gemeenschap het ijs erg goed. Er worden twee ijshockeybaantjes vrijgehouden en een pad langs de oever. Dat pad is twee kilometer lang, dus je kunt nog best een leuk stukje schaatsen als de rest van het meer onbegaanbaar is. Maar het moment dat de rest van het meer ook vrij is, is het allerbest!

We hebben ook sporen gevonden van verschillende dieren op het ijs. Het is erg leuk om die te volgen en te redeneren wat voor dier het was en hoe hard die liep. Topvondst was echter een vis die gevangen zat in het ijs. Om de vis heen zaten allemaal luchtbellen, alsof hij had geprobeerd om zichzelf te bevrijden. Ken je de film Ice Age, met die eekhoorn die elke keer net niet bij de eikel kan? Dat idee kreeg ik erbij! (Het zou ook pure fantasie kunnen zijn, maar dat wijt ik aan de schaatskoorts.)

Vis

Op zo’n grote vlakte heb je de ruimte om wat meer te proberen dan op een vierhonderdmeterbaan. Zo kun je ook bochtjes de andere kant op doen (pootje over hè), als een mannequin elk been over de ander kruisen en zo rechtdoor schaatsen, achteruit schaatsen, als in een huwelijksaanzoek met één knie op het ijs glijden (en dan weer opstaan, dat is het moeilijkste deel) en voorover duiken en eindigen met een buikschuiver. Maar het fijnst is toch het ‘swingen’, gewoon rechtdoor gaan, lekker tempo maken en dan maar glijden: rechts, links, rechts, links. Dáár zijn mijn lage noren voor gemaakt.

Hier in Zweden bedoelen ze met ‘gewone schaatsen’ de ijshockeyschaatsen. Daarnaast zijn er nog de kunstschaatsen, die ook wel oké zijn. Voor toertochten gebruiken sommige mensen, vooral mannen van middelbare leeftijd, de Zweedse schaats: stevige schoenen met een vierkante zool die iets uitsteekt voorbij de neus en die je vast kan klikken aan losse ijzers. Wil je dat helemaal in stijl doen, dan neem je ook twee stokken mee, alsof je aan het langlaufen bent. Maar heb je langeafstandsschaatsen waarbij de schoen aan het ijzer vastzit (het meest voorkomende model in Nederland dus en ook die van mij), dan moet je wel een professional zijn. Ik laat ze maar in die waan, haha.

Mocht je inmiddels bezorgd zijn of ik nog wel aan iets anders toekom dan schaatsen, dan is dat terecht. Grapje! Ik doe ook nog wel eens iets aan de studie. En dat is (bijna) net zo leuk als schaatsen, want we hebben eigenlijk alleen maar buiten les deze periode! Ik moet toegeven dat de gevolgen van dit buitenleven inmiddels zichtbaar zijn: ik draag bijna alleen nog maar outdoor kleding, zoals mijn skipak en bergschoenen, al mijn jassen ruiken naar rook en ik heb standaard een thermosfles, een mes en lucifers in mijn tas zitten. Ik hoop dat jullie me over een paar maanden nog herkennen.

Onze klas is zo’n beetje verdubbeld met Erasmusstudenten die deze periode met ons meedoen en dat vind ik hartstikke leuk! Er is zelfs een Nederlandse bij, Juul. Daarnaast komen de nieuwe klasgenoten uit Duitsland, Tsjechië en Ethiopië.

Deze periode gaat over de didactiek, dus hóé je zo’n buitenles nu eigenlijk geeft. Mijn masterthesis gaat daar ook over, specifiek over het voorbereiden van outdoorlessen. Wist je dat daar helemaal niet veel literatuur over bestaat? Dat vind ik zo gek! Outdoor education wordt hier in Zweden al meer dan een eeuw toegepast en dan heeft er nog niemand onderzocht hoe je dat eigenlijk het best kunt doen. Maar dat maakt het wel heel interessant om te onderzoeken!

Het afgelopen weekend was ik in Stockholm met mijn grote broertje Coen en Wopke, zijn vriendin. Het was zonnig en niet eens koud en we hebben het heel gezellig gehad. Toch moet ik nog één keer wat vertellen over schaatsen. Ik had namelijk kaartjes gekocht voor een ijshockeywedstrijd daar, althans dat dacht ik. Maar toen we aankwamen bij de ijsbaan, die overigens buiten lag en waar het dus toch wel koud was, zagen we hoge doelen, zoals bij voetbal. Het spel was ook veel minder fysiek, maar nog steeds erg snel en leuk om naar te kijken. De regels zijn bijna hetzelfde als die van voetbal (inclusief buitenspel), maar bij een corner moet het team in het doel staan, wat dus weer meer lijkt op hockey. Ik heb het even nagevraagd en het blijkt dat deze sport ‘bandy’ genoemd wordt, wat hetzelfde betekent als hockey, maar dan op een ijsbaan gespeeld wordt en niet verward moet worden met veldhockey. Dit is de oudste variant. Later zijn ‘isbandy’, wat wij kennen als ijshockey, en ‘innebandy’, unihockey of zaalhockey, ontstaan.

Bandy  Bandy

Mijn klasgenootje Veronika speelt trouwens innebandy op topniveau en had vrijkaartjes (dat zijn nog eens vrienden!). Vorige week ben ik dus met een paar klasgenoten naar haar innebandywedstrijd gegaan. Dat was ook erg leuk! Nu alleen nog een echte isbandywedstrijd en dan kan ik mijn sportintegratiediploma ophalen!

Team Veronika  Team Veronika

Voor sommige mensen is de winter een nachtmerrie, maar momenteel voel ik me net Elza (uit de Disneyfilm Frozen): ‘the cold never bothered me anyway’.

Trucje

Foto’s

1 Reactie

  1. Buuurvrouw Ada:
    12 maart 2017
    Wil jejeemail adres even doorgeven?